Housing for artists Cheval Noir

Ouverture et présence visuelle ont guidé les choix de cette architecture située sur la rive gauche du canal. Elle abrite 31 logements-ateliers pour artistes dont les configurations sont nées de leur insertion dans les brasseries Hallemans d’une part et dans la compacité d’une tourette d’autre part. Les deux constructions sont reliées par le flux de passerelles dans la cour intérieure.

Un quartier en quête d’un souffle nouveau

L’intégration du bâtiment dans son quartier est un point de départ important du projet. Le maintien du bâtiment principal et la démolition des volumes annexes,  permettent de créer une place intérieure qui relie physiquement et visuellement la rue du Cheval Noir à la place Brunfaut : Le regard traverse le site et le bâtiment rayonne vers son quartier.

La mission d’architecture s’est accompagnée d’une recherche visant d’autres exemples d’ateliers-logements pour artistes en Europe et d’une réflexion sur la place de l’artiste en ville que ce projet, inédit à Bruxelles, ambitionne de soutenir. L’atelier d’architecture a mené activement cette recherche et a accompagné le Fond du Logement dans sa recherche des futurs locataires et des interactions éventuelles avec les acteurs de quartier.

 

L'évolution d'un patrimoine industriel

La place intérieure est encadrée par une nouvelle construction compacte, en hauteur qui dialogue avec le patrimoine existant et qui caractérise fortement le site au sein du tissu urbain. Il exprime une identité particulière et une visibilité tant depuis la rue Brunfaut que depuis la rive droite du canal.

Le projet cherche à intégrer autant que possible tous les éléments structurels et architecturaux caractéristiques de l’ancienne brasserie. Sur ce fond de patrimoine, les interventions nécessaires en vue d’y créer des logements sont clairement identifiables, complémentaires et en dialogue avec l’ancien, mais sans mimétisme. La nouvelle affectation, imposant l’entrée maximale de lumière et une générosité des espaces, a induit des choix tels que la découpe d’une faille traversant toute la hauteur dans l’aile sud ou le percement de la façade donnant vers l’intérieur d'îlot.

Quant au bâtiment nouveau, il se distingue de l’ancienne brasserie tant par son architecture contemporaine que par sa façade en zinc.

Sa structure portante est constituée de murs préfabriqués formant une enceinte périphérique et d'un noyau central porteur contenant également les gaines techniques et les sanitaires.

Les duplex sont tissés et liés d’une manière ingénieuse. Les vides au-dessus des escaliers intérieurs et les grandes fenêtres apportent de la lumière naturelle. Tous les logements profitent d’ailleurs de perspectives et de vues, vers l’intérieur d'îlot aussi bien que vers l’extérieur

 

Conception à partir des circulations

Depuis la place intérieure, démarre un ingénieux système de circulation reliant les deux constructions: cela crée une série d'antichambres favorisant les rencontres potentielles. Les cheminements piétons sont favorisés par la générosité des espaces de circulation surplombant la cour intérieure.

Dix-neuf logements-ateliers sont en duplex. Au rez-de-chaussée du bâtiment, elle permet d’éviter que les locaux soient tous en contact direct avec l’espace public ou la cour commune. Aux étages intermédiaires, cette disposition permet de rationaliser le système de distribution (minimum d’escaliers et unique ascenseur-monte-charge).

L’équipement sanitaire des logements-ateliers est concentré en modules compacts, regroupés autour d’un nombre minimum de gaines verticales. Ceci garanti la flexibilité d’usage des différents plateaux.

 

Espace versus budget

Les lignes budgétaires serrées dans lesquelles le projet prit forme ont été intégrées dans le processus des choix conceptuels. Cela a mené à la réalisation d'un bâtiment de logements sociaux doté d'une large diversité d’espaces offrant flexibilité et liberté d’aménagement aux futurs habitants.

Parmi ces choix,  la mise en valeur de l’aspect brut des matériaux formant la structure portante des deux bâtiments : La majorité des murs porteurs en briques ainsi que les voussettes existants de l’ancienne brasserie ont été décapés puis repeints. Les murs et les dalles préfabriqués en béton  constituant la structure du nouveau bâtiment ont été traités avec un hydrofuge de finition.

L’utilisation d’éléments standards types a également permit de contenir le budget tout en garantissant une bonne tenue dans le temps : chassis extérieurs standards en aluminium à coupure thermique, escaliers en bois massif ‘sur catalogue’, équipements sanitaires classiques, module de cuisine élémentaire, facilement remplaçable ou modifiable par le locataire.

D’un point de vue énergétique, les déperditions dans la brasserie sont limitées par une isolation extérieure de certaines façades. L’inertie thermique engendrée par l’épaisseur des murs en brique a été  prise en compte dans le bilan global.  Le nouveau bâtiment étant entièrement isolé par l’extieur.  Les systèmes de chauffage et de production d’eau chaude ont été mutualisés entre la brasserie et le nouveau bâtiment. Des panneaux solaires implantés en toiture  préchauffent l’eau chaude sanitaire.

+ more
Openheid en uitstraling zijn de leidraad geweest voor de architecturale keuzes van dit gebouw, gelegen op de linkeroever van het kanaal. Het herbergt 31 atelier-woningen voor kunstenaars waarvan de configuraties enerzijds zijn ontstaan vanuit hun integratie in de voormalige Hallemans brouwerij en anderzijds vanuit de compactheid van de toren. De twee gebouwen zijn door de flux van loopbruggen met elkaar verbonden.

Een wijk op zoek naar een frisse wind

De integratie van het gebouw in de wijk is een belangrijk uitgangspunt van het project. Door het behoud van het hoofdgebouw en de afbraak van de bijgebouwen, wordt er een binnenplein gecreëerd dat de Zwarte Paardstraat met het Brunfautplein, zowel fysiek als visueel, verbindt : Het zicht doorkruist de site en het gebouw straalt uit naar zijn omgeving.

De architectuuropdracht ging gepaard met een zoektocht naar voorbeelden van atelier-woningen voor kunstenaars in Europa en een reflectie rond de plaats van de kunstenaar in de stad, iets wat dit unieke project in Brussel wil ondersteunen. Het architectenbureau voerde dit onderzoek op een actieve manier en begeleidde het Woningenfonds in zijn zoektocht naar toekomstige huurders en de eventuele interacties met de actoren uit de buurt.

 

 Een tweede leven voor het industriële patrimonium

Het binnenplein wordt omkaderd door een compacte nieuwbouw in de hoogte, die dialogeert met het bestaande patrimonium en de site sterk karakteriseert in het stedelijk weefsel. Het drukt een bijzondere identiteit en een zichtbaarheid uit, zowel vanaf de Brunfautstraat als vanaf de rechteroever van het kanaal.

Het project tracht om zowel architecturaal als structureel het oorspronkelijke karakter van de brouwerij zo goed mogelijk te bewaren. Uiteraard moesten er de noodzakelijke ingrepen gebeuren om dit stukje patrimonium geschikt te maken voor woningen. Deze ingrepen zijn duidelijk herkenbaar en vormen een aanvulling die wars van iedere zin tot nabootsing toch met het karakter van het oude gebouw overeenstemt. De nieuwe bestemming vereiste een maximale lichtinval en een genereusheid van ruimtes. Dit bracht keuzes met zich mee zoals een insnijding over de hele hoogte van de zuidvleugel en het perforeren van de gevel die uitgeeft op de binnenkant van het bouwblok.

Het nieuwe gebouw onderscheidt zich daarentegen duidelijk van de voormalige brouwerij, zowel door zijn hedendaagse architectuur als door zijn zinken gevel.

Zijn dragende structuur is opgebouwd uit prefabmuren die een perifere mantel vormen en een centrale dragende kern die eveneens de technische leidingen en het sanitair omvat.

De duplexen werden op ingenieuze wijze in elkaar gewoven en geschakeld. De vides boven de trappen en de grote raampartijen brengen overvloedig licht binnen.  Alle wooneenheden genieten bovendien van diverse perspectieven en zichten, zowel intern als extern.

 

Ontwerp vanaf de circulatie

Vanaf de binnenkoer vertrekt een ingenieus circulatiesysteem dat de twee gebouwen verbindt : dit creëert aangename anti-chambres en bevordert ontmoetingen. De wandelgangen worden bevoordeeld door de ruimtelijkheid van de circulatieruimtes met een zicht op de binnenkoer.

19 atelierwoningen zijn duplexwoningen. Zo wordt vermeden dat op het gelijkvloers alle kamers in rechtstreeks contact staan met de publieke ruimte of de gemeenschappelijke binnenplaats. Op de verdiepingen rationaliseert dit systeem de circulatie (een minimum aan trappen en een enkele lift).

De sanitaire voorzieningen zijn geconcentreerd in compacte modules, gegroepeerd rond een beperkt aantal technische kokers. Dit vrijwaart flexibel in te vullen plateaus.

 

Ruimte versus budget

Het beperkte budget waarbinnen het project vorm kreeg bepaalde de conceptuele keuzes. Dit leidde tot de realisatie van sociale woningen met een breed scala aan ruimtes die de nodige flexibiliteit en de vrijheid bieden om ingericht te worden door de toekomstige bewoners.

Binnen deze keuzes, vormt het benadrukken van het brute aspect van materialen de rode draad binnen de 2 gebouwen. Het merendeel van de bakstenen draagmuren evenals de bestaande gewelven van de voormalige brouwerij werden schoongemaakt en geschilderd. De betonnen prefabmuren en vloeren vormen de structuur van het nieuwe gebouw en werden behandeld met een waterafstotende afwerking.

Het gebruik van standaardelementen maakte het eveneens mogelijk om het budget te beheersen en tegelijkertijd een goede bestendigheid in de tijd te garanderen: standaard aluminium raamprofielen met thermische onderbreking, massief houten trappen ‘uit de catalogus’, klassieke sanitaire uitrustingen, elementaire keukenmodules, die makkelijk te vervangen of aan te passen zijn door de huurder.

Vanuit energetisch oogpunt, worden de verliezen in de brouwerij beperkt door de buitenisolatie van bepaalde gevels. De thermische inertie van de dikke bakstenen muren werd in rekening gebracht in de algemene balans. Het nieuwe gebouw werd volledig langs buiten geïsoleerd. De chauffagesystemen en de warmwaterproductie worden verdeeld tussen de brouwerij en het nieuwe gebouw. De zonnepanelen op het dak verwarmen het water.

+ en savoir plus
Openness and visual presence determined the architectural choices of this building, located on the left bank of the canal. It accommodates 31 housing units/studios for artists. The configuration of the units arises from their integration in the former Hallemans brewery on the one hand and in the compactness of a small tower on the other hand. The two buildings are connected through several footbridges.
Nature
Transformation of the former Hallemans brewery and new development
Program
31 studio-housings for artists
Location
Rue du Cheval Noir, 17 - 1080 Brussels
Duration
2003-2010 - Completed
Client
Fonds du logement de la région de Bruxelles-Capitale
Author(s)
MA - L'Escaut-Atelier Gigogne / Full mission of architecture
Surfaces
gross : 3.810m² / net : 3.030m² / net (fr SDP) : 2.737m²
Budget (excl vat)
3.700.000 €
Team Escaut
David Crambert - Nele Stragier - Olivier Bastin (partners in charge) - Vincent Piroux - Cédric Libert
More
Structure
Ney&Partners
Fluids
SECA Benelux
General Contractor
De Coninck nv